Het idee om stenen als wapens in te zetten is niet nieuw. Meer dan tienduizend jaar geleden gebruikten de eerste mensen scherpe vuurstenen om te jagen. In haar relatief korte, maar bloedige bestaan heeft de mensheid steeds verwoestender wapentuig ontwikkeld. Tegenwoordig zijn conflicten echter heel uiteenlopend van aard. In de internationale arena spelen zich niet alleen gewapende conflicten af, maar ook allerlei andersoortige botsingen op geopolitiek gebied. In 2010 deed zich bijvoorbeeld een geopolitiek conflict tussen China en Japan voor. Bij dit conflict verviel de mens weer in zijn oude natuur: de aarde zelf werd ingezet als geopolitiek wapen.

Het drukmiddel wat bij dit conflict werd aangewend was zeldzame aardmetalen. Deze 17 metalen zijn strikt genomen niet zeldzaam als het gaat om hun concentratie in de aardkorst, maar een groot deel ervan is echter wel cruciaal bij de productie van elektronica. Neodymium is bijvoorbeeld essentieel voor het maken van kleine, maar zeer sterke magneten. Deze kleine zilveren magneten zijn niet alleen leuk om mee te spelen, ze zijn onmisbaar in apparaten zoals computers, mobiele telefoons en luidsprekers. Ook worden ze gebruikt in windmolens en -turbines. Het is niet overdreven om te zeggen dat de wereld er zonder dit element heel anders uit zou zien.

In het begin van 2011 kondigde de Japanse overheid aan dat er dat jaar 53.3 miljard yen zou worden uitgegeven om een veel grotere voorraad zeldzame aardmetalen aan te schaffen. Waarom gebeurde dit? In het voorgaande jaar, op 7 september botste de Chinese vissersboot Minjinyu op een aantal schepen van de Japanse kustwacht in de buurt van de Senkaku-eilanden, door China ook wel Diaoyu-eilanden genoemd. Deze eilanden en de omliggende wateren zijn al langer het onderwerp van politiek conflict tussen de twee Aziatische landen. De bemanning van de Minjinyu werd door de kustwacht in hechtenis genomen, de vissersboot werd meegesleept. Uichiro Niwa, de Japanse ambassadeur in China wordt ontboden door de Chinese overheid en gewaarschuwd om de bemanning vrij te laten. Achter de schermen gebeurde er echter veel meer. Hoewel de Chinese overheid het nooit erkend heeft, werd de export van zeldzame aardmetalen van China naar Japan compleet stilgelegd. Onder druk van dit embargo bond de Japanse overheid snel in. Op 13 september werd de bemanning en de boot vrijgelaten en op 24 september volgde de kapitein.

Het handelsembargo was zo effectief vanwege het enorme Chinese aandeel in de productie van zeldzame aardmetalen. Een embargo van China in deze metalen moet voor Japan als een wereldwijd handelsembargo hebben gevoeld. Meer dan 95 procent van al het neodymium op de wereld wordt door Chinese bedrijven geproduceerd. Hetzelfde geldt voor erbium, wat onder andere in internetkabels verwerkt wordt. De US Geological Survey schat dat inclusief reserves 85 procent van alle zeldzame aardmetalen in Chinese handen zijn.

Wie wil begrijpen waarom de Japanse overheid zo bang was dat hun voorraad zeldzame aardmetalen op zou raken, hoeft alleen naar de Japanse industrie kijken. Elektronica en machines bedroegen in 2016 ongeveer 33 procent van de Japanse export. Elektronicagiganten uit Japan zoals Toshiba, Panasonic en luidsprekerfabrikant Kenwood gebruiken allemaal grote hoeveelheden zeldzame aardmetalen bij hun productie. Als de handelsblokkade van China langer had geduurd, zou de economische schade voor Japan ontzettend groot zijn geweest. Gezien het belang van zeldzame aardmetalen voor de Japanse industrie is het dus begrijpelijk dat Japan gelijk begon met het aanleggen van grotere voorraden na afloop van het conflict met China.

Ook andere landen zijn na het conflict begonnen met het aanleggen van grotere voorraden. Zij begrijpen dat de economische schade voor ontwikkelde landen als China zijn zeldzame aardmetalen weigert te verhandelen in de toekomst alleen maar groter zal worden. Naast neodymium zijn een aantal andere zeldzame aardmetalen namelijk van groot belang voor duurzame technologieën. Zo wordt lanthaan in de nikkel-lanthaan hydride batterijen in elektrische auto’s gebruikt. Indium, wat niet tot de zeldzame aardmetalen behoort, maar waarvan de globale voorraad wel voor bijna de helft in Chinese handen is, wordt gebruikt in zonnepanelen. De verduurzaming van de energiesector die veel ontwikkelde landen zich hebben voorgenomen is dus afhankelijk van de medewerking van China.

China heeft een zeer sterk geopolitiek drukmiddel in handen door zijn grote voorraden zeldzame aardmetalen. Het was acht jaar geleden sterk genoeg om de doorslag te geven bij een geopolitiek conflict over een zeer gevoelig onderwerp als de Senkaku-eilanden. Toen al was de industrie van Japan volkomen afhankelijk de kostbare grondstoffen. Deze kwetsbaarheid zal groter naarmate worden ontwikkelde landen meer duurzame technologieën gaan gebruiken. Toch zien veel beleidsmakers in deze landen in dat ze op dat gebied geen keus hebben; dat de door de mens veroorzaakte klimaatverandering ernstige gevolgen gaat hebben is onafwendbaar. Het zal dus waarschijnlijk op diplomatie aankomen om de groene revolutie te laten slagen.