Het was zondagavond 19 augustus 2018. Een avond die u zich ogenschijnlijk niet voor de geest kunt halen, maar ik vond het een één van de betere avonden van de Nederlandse televisie. Bij het programma Zomergasten was namelijk schrijver en journalist Pieter Waterdrinker te gast, onder andere bekend van de romans Poubelle en Tsjaikovskistraat 40. Iedereen die bekend is met het oeuvre van Waterdrinker weet dat hij voornamelijk schrijft over de Russische samenleving en hoe zij verbonden is met de onze. Een samenleving die vaak wordt weggezet als hard, alcoholisch, wrang, intolerant en irrationeel, maar Waterdrinker weet desondanks met zijn werk een menselijk gezicht te geven aan een samenleving die gehard is door de jaren achter ons. Verdwenen, maar niet vergeten.

Eén van de fragmenten die mij raakte ging over het verschrikkelijke beleg van Leningrad waarbij meer dan een miljoen slachtoffers vielen. Dit is onderdeel van de geschiedenis waar overigens zeer weinig aandacht voor is binnen het Nederlandse onderwijs, maar dat terzijde. Waterdrinker vertelde dat de jonge Viktor Poetin (broer van) om was gekomen door difterie en daarmee een blijvend trauma heeft veroorzaakt bij de familie. Een essentieel feit dat je zou moeten kennen als je wilt begrijpen waarom Vladimir Poetin huiverig is voor het feit dat de NAVO zich steeds verder uitbreidt met voorheen communistische landen. De invallen van Rusland in Georgië en Oekraïne zijn vanuit geopolitieke hoek min of meer een logische reactie daarop en het is belangrijk om dat te beseffen voordat er belerend wordt gesproken over ‘die malle wodkadrinkende antidemocraten in Moskou’. Misschien drinken ze wel wodka om een hele goede reden.

Het Zomergastenfragment gaf mij een ietwat beklemmend gevoel en riep vooral vragen op. Wat weet ik eigenlijk van het Europese verleden? Na een korte sombere overpeinzing moest ik toch bekennen dat mijn kennis vrij summier is en ik durf te stellen dat dit ook geldt voor veel mensen die dit artikel lezen. Weet jij nu daadwerkelijk hoe Hongarije gevormd is tot het land dat het nu is en waarom het kiest voor een illiberale democratie met een president als Orban? Welke keuzes liggen ten grondslag aan de steeds geslotener wordende houding van Polen? Hoe kan het dat Griekenland het belangrijk vindt om ondanks de economische crisis te blijven investeren in de krijgsmacht? Het is makkelijk om het te veroordelen, maar misschien moeten we eerst inzicht vergaren in het waarom voordat er vanuit Europees verband allerlei maatregelen worden getroffen jegens landen die zich anders ontwikkelen dan ‘de bedoeling is’.

Steeds vaker heb ik het idee dat Nederland in Europees verband vooral vanuit een economisch en zakelijk perspectief redeneert, maar vrijwel geen oog heeft voor de culturele aspecten van de keuzes die landen maken. Bestaat Nederland echt enkel uit kooplui en boekhouders? Laat het –bij de gratie van God- niet waar zijn. In de documentaire Europa achter de schermen komt pijnlijk naar voren hoe Oost-Europese landen op veel onbegrip kunnen rekenen van de andere lidstaten toen zij weigerden tijdens de migratiecrisis in 2015/2016 om vrijwillig vluchtelingen op te vangen vanwege ‘culturele redenen’.  Een botsing van wereldbeelden binnen een werelddeel en er zullen nog vele volgen. Om dit meer te kunnen begrijpen en recht te doen aan de vragen die Waterdrinker opriep, besloot ik om te gaan reizen. In Europa. Eind april ben ik een tijdje door Oostenrijk, Italië en Kroatië getrokken per trein. Ik heb daarbij Innsbruck, Trieste en Rijeka aangedaan omdat zij allen een duidelijke connectie hebben met het Europa van weleer. Ik wil het graag begrijpen. Het Europa van Wittgenstein, Zweig en James Joyce waar diversiteit nog daadwerkelijk als een kracht werd ervaren in plaats van enkel horende bij het tijdsgewricht.

Het wordt misschien ook wel het sleutelwoord in de campagne voor de Europese Parlementsverkiezingen: diversiteit. Een divers Europa met diverse landen met diverse mensen die diversiteit uitstralen omdat diversiteit kracht is; of iets in die richting. Er zit een groot ironisch element in, omdat uit de praktijk juist blijkt dat de Europese Unie vele vorm van echte diversiteit proberen te verbloemen en/of te harmoniseren. De Europese Unie lijkt steeds vaker een project dat is gestart om tot een soort algemene Europese waarheidsvinding te komen, zonder te beseffen dat de enige Europese waarheid is dat die niet aanwezig is. Iedereen met een beetje kennis van de geschiedenis weet dat deze harmoniseringspolitiek zal falen; Europa heeft en zal nooit haar kracht van echte diversiteit verliezen. Tot die tijd roept dit proces bij inwoners vooral ongeloof en onbegrip op over het instituut dat deze ‘echte’ Europese diversiteit moet uitstralen. In zijn recent uitgekomen roman Serotonine schrijft de bekende Franse schrijver Houellebecq ‘Niemand in het Westen zal nog gelukkig zijn, dacht ze ook, nooit meer, we moeten geluk tegenwoordig beschouwen als een oude dagdroom, de historische voorwaarden ervoor worden domweg niet meer vervuld’. Het cynismelevel van Houellebecq heb ik (gelukkig) nog niet bereikt, maar het is wel de overweging waard om te bedenken of deze historische voorwaarden tegenwoordig wel voor iedereen worden vervuld en welke concrete rol de Europese Unie hierbij kan spelen. Meer Europese Unie lijkt hierbij steeds vaker niet het antwoord, maar een Europa waarin de diversiteit van de lidstaten wordt gewaarborgd en ondersteund.