In Atlas Flashbacks gaan we terug in de geschiedenis van de Atlas. Deze column komt uit Editie 3, Jaargang 9 (1996-1997), in het teken van Veiligheid en Defensie, geschreven door SIB-Leiden Lid van Verdienste Hans van der Lee. Over onderstaande column zegt hij: “Natuurlijk schreef ik deze column destijds enigszins gekscherend, hoewel de beschrijving van de situatie aldaar wel klopte. SIB-Leiden werd toen bevolkt door vrij conservatieve types zonder veel activistische inslag. Ik gooide een balletje op in de hoop dat met zo’n ludieke actie – de Verenigde Naties helpen – op een andere voet te zetten. Ik geloof niet dat er daadwerkelijk ook maar iemand richting Noord-Korea is vertrokken. Alhoewel…” – 


Tegen de tijd dat u dit stukje heeft gelezen,  zijn er weer honderd Noord-Koreanen gestorven van de honger.

In 1989 stapte de S.I.B. uit de International Youth and Student Movement for the United Nations (ISMUN). Deze eertijds eerbiedwaardige organisatie was verworden tot een obscuur clubje, waar op de jaarvergadering beroepsjongeren van 40-plus elkaar de verwerpelijke hersenspinsels toeriepen van een bonte bende bedenkelijke bewegingen en
bewinden, waarvan Noord-Korea er een was.

Zo kon het gebeuren dat ondergetekende enige jaren daarvoor, via een ontmoeting in een Moskouse hotellift tussen een Leidse Sibber en een Roemeense apparatchik, die op het ISMUN-jongerenfestival in Pyongyang was geweest, de groeten kreeg van een Poolse apparatchik die daar eveneens aanwezig was en eerder op een uitwisseling Leiden had aangedaan.

Als je je de uitnodigingen voor dergelijke  “happenings” van toen nog eens voor de geest haalt, dan schiet je onmiddellijk te
binnen dat het Noord-Koreaanse bewind de haar welgezinde gasten maximaal verwende. Reis- en verblijfkosten, eigenlijk alles zou voor je worden betaald. Over de ruggen van de Noord-Koreaanse bevolking.

Tegenwoordig bedelt de Noord-Koreaanse regering, nadat zij er decennialang prat op ging dat de Grote en Zalige Leider slechts de rijstvelden behoefde toe te lachen om een recordoogst te veroorzaken.

Tot voor enkele maanden geleden eisten de Noord-­Koreaanse onderhandelaars dat zakken met rijst uit Zuid-Korea geen etiketten zouden dragen die het land van herkomst als zodanig konden identificeren. De tijd dringt. Toch stelt het regime nog steeds tijdverslindende voorwaarden aan eventuele voedselhulp.

Het UN World Food Programme heeft al berekend dat velen zullen sterven als er vóór oktober niet nog eens 1 miljoen ton aan graan is gearriveerd, bovenop de reeds toegezegde hoeveelheid. Hulp vanuit de regio ligt het meest voor de hand. Japan kent bijvoorbeeld al jaren een rijstoverschot van miljoenen tonnen, dat zo langzamerhand wegrot.
“Monitors” van de Verenigde Naties zijn al ter plaatse en kunnen erop toezien dat de hulp daadwerkelijk de getroffenen bereikt in plaats van militaire opslagplaatsen. Er is veel mankracht nodig, maar die kan onmogelijk worden gefinancierd door de armlastige VN.

Vergeeft u mij deze droom, maar in 1957 bemande de toenmalige S.I.B.-voorloper Nederlandse Studentenvereniging voor Wereldrechtsorde (N.S.W.) een tentenkamp voor Hongaarse vluchtelingen aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. Zou het niet mooi zijn als wij rond de 50e verjaardag van onze vereniging de VN in Noord-Korea assisteren bij het verdelen van de voedselhulp?

U redt mensenlevens, de Europese poot van een nieuwe ISMUN wordt opgezet, S.I.B.-Nederland maakt zich eindelijk eens nuttig voor de lidverenigingen en u bent een ervaring rijker. Wie weet, misschien draagt u nog bij aan de uiteindelijke ineenstorting van een communistisch bewind.

Ik ga, wie volgt mij?


De gehele Atlas van augustus 1997 is hier in originele vorm te lezen.