“This storm will pass. But the choices we make now will change our lives for years to come.” Het is duidelijk: volgens Yuval Noah Harari, één van de belangrijkste denkers van onze tijd, zou de wereld voorgoed kunnen veranderen na de Coronacrisis. In een veelgelezen artikel in The Financial Times pleit de historicus voor een groter bewustzijn van de lange-termijnconsequenties van de huidige crisis. We moeten de crisis niet over ons heen laten komen, maar voorkomen dat de angst in deze tijd misbruikt zal worden voor totalitaire maatregelen. We kunnen de crisis zelfs gebruiken om een nieuw, liberaal en duurzaam systeem op te zetten. Maar hoe gaat deze nieuwe wereld er dan uitzien?  En is plotselinge verandering wel echt mogelijk?

 Volgens Harari zullen we de komende maanden twee belangrijke keuzes moeten maken: tussen totalitarisme en vertrouwen in de burger, en tussen nationalisme en internationale samenwerking. Ten eerste zal de huidige gezondheidscrisis aanleiding geven tot het gebruik van biotechniek die de verspreiding van het virus monitort, maar zo ook de privacy van burgers beperkt. Harari stelt dat straks de verleiding groot is om door te gaan met deze biologische monitoring. In het ergste geval kan een totalitair regime de biologische staat van burgers zo controleren dat bijvoorbeeld emotionele reacties op politieke leiders gemeten kunnen worden: voortaan kan je als Chinees niet meer doen alsof je van de communistische partij houdt, maar weet de chip in je lijf precies hoe je je over het politieke systeem voelt. Een democratie als Nederland zou, zoals nu het geval is, er echter ook voor kunnen kiezen om vertrouwen te hebben in de burger met betrekking tot de bestrijding van het virus. Ook vindt Harari dat we ervoor moeten zorgen dat de nationale blik niet te veel naar binnen keert in deze crisis. Alleen door internationale samenwerking en vertrouwen kunnen we het virus en de economische gevolgen te lijf gaan. Hij pleit dan ook voor een nieuwe wereld waarin nog meer wordt samengewerkt tussen landen en organisaties.

Maar Harari is niet de enige die heeft bedacht dat de mensheid deze crisis kan gebruiken om nieuwe werelden te creëren. Zo roepen klimaatactivisten op om onze economie om te vormen naar een duurzaam systeem, nu vervuilende industrieën als de vliegtuigbranche en kledingindustrie massaal plat komen te liggen. Anderen vinden betekenis in kleine, lokale veranderingen. Zij vinden dat we meer naar elkaar om moeten kijken en ook na deze crisis elkaar moeten helpen met boodschappen doen, oppassen en mantelzorgen. Tegelijkertijd vinden conservatieve stromen, soms ongemerkt, manieren om hun ideale wereld een stapje dichterbij te brengen. Zo gaat de Amerikaanse staat Texas mogelijk het recht op abortus beperken tot vrouwen die door hun zwangerschap in levensgevaar zijn, omdat abortus in andere gevallen geen noodzaak zou hebben. Het is echter de vraag of deze maatregel alleen te maken heeft met de Coronacrisis, of dat er ook ideologische ideeën achter zitten.

De kranten bestaan de laatste dagen uit een wirwar van ideologen, die om het hardst roepen dat hún visie de wereld na de Coronacrisis gaat vormen. Het is wel duidelijk dat de crisis door verscheidene mensen wordt gebruikt om hun verschillende ideologische visies te etaleren. Ieder op hun eigen manier hebben zij de hoop om de wereld te veranderen, en zij zien nu een kans om hun utopie waar te maken. Je zou haast denken dat we over een aantal jaar of in een liberale, duurzame geitenwollensokken-utopie leven, of in een totalitaire Noord-Koreaanse nachtmerrie waarin je al gearresteerd wordt als je bio-tracker geregistreerd heeft dat je toch niet zo blij bent met de huidige dictator.

Maar is dat überhaupt mogelijk? Kan een eenmalige gebeurtenis, zoals dit virus, de wereld op een grootschalige en structurele manier veranderen? Om op deze vragen een antwoord te geven, kunnen we een licht werpen op een eerdere pandemie, die vaak met de Coronacrisis is vergeleken: de Spaanse Griep. Deze ziekte kostte aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, tussen 1918 en 1920, ongeveer vijftig miljoen mensen het leven. Op het eerste gezicht lijkt deze uitbraak voor fundamentele veranderingen te hebben gezorgd. De griep heeft het ontstaan van publieke gezondheidszorg versneld. Opdat in de toekomst meer mensenlevens gered konden worden, besloten leiders om ziekenhuizen beter te organiseren, meer mensen toegang te geven tot zorg en grootschalige gezondheidsprojecten op te zetten. Dit leidde uiteindelijk tot het goed organiseerde gezondheidsstelsel dat ons nu redt van een maatschappelijke ramp.

Een protest tegen abortus in Texas. De Coronacrisis wordt hier gebruikt ter bevordering van eigen ideeën over abortus. © AP

Tegelijkertijd zijn er maar weinig mensen die de Spaanse Griep aan zouden wijzen als de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw. Op school leren we pas laat of helemaal niet over deze pandemie, ook al heeft de ramp meer slachtoffers gekost dan de hele Eerste Wereldoorlog. Naast de noodzaak van publieke gezondheidszorg, lijken de politieke leiders van toen niet veel lering te hebben getrokken uit de Spaanse Griep. De wereld had dan ook wel wat anders aan zijn hoofd. Europa was bezig met het opbouwen van de maatschappij na de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog. De vraag van deze tijd was niet hoe een ramp als deze voorkomen kon worden, bijvoorbeeld door internationale samenwerking op het gebied van gezondheidszorg, maar vooral hoe gewone mensen verder konden ondanks hun trauma’s en hoe men Duitsland zo hard mogelijk kon straffen. Verder refereerden mensen nog weinig aan de griep die zo velen van hen had ontnomen, en gingen zij weer door met hun leven.  

De geschiedenis lijkt de ideologen ongelijk te geven: waarschijnlijk zullen we deze crisis over ons heen laten te komen en niet meer terugkijken. De wereld van nu verschilt echter behoorlijk van die van honderd jaar geleden. De mensen van vroeger moesten hard werken om hun land opnieuw op te bouwen, teruggekomen soldaten op te vangen en hun psychologische trauma’s te overwinnen. Zij hadden geen tijd voor reflectie. Maar om de wereld structureel te veranderen is reflectie broodnodig. Je kan een crisis niet over je heen laten komen en hopen dat verandering om het hoekje staat te wachten. Nee, je moet discussiëren, schrijven, twijfelen en zaken afwegen, kortom, nadenken! En daar hebben wij nu juist de tijd voor: we kunnen alvast bedenken hoe we de wereld gaan veranderen als we weer ons huis uit mogen. De wijdverspreide verveling kan nu gebruikt worden om te reflecteren op ons eigen leven en de maatschappij.  

De geschiedenis lijkt de ideologen ongelijk te geven: waarschijnlijk zullen we deze crisis over ons heen laten te komen en niet meer terugkijken.

Laten we hopen dat deze tijd van reflectie geen aanleiding zal geven tot vrijheidsbeperkende maatregelen. Daarin hebben wij een streepje voor: door nieuwe technologische mogelijkheden zijn burgers meer met elkaar verbonden dan ooit tevoren. We kunnen kritisch blijven op de overheid door met elkaar te discussiëren en te protesteren op sociale media. We kunnen onze mening aanscherpen door te luisteren naar anderen. En we hebben zeker genoeg tijd om samen na te denken over wat we zelf kunnen doen om onze ideale wereld een stapje dichterbij te brengen.